Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2008

Geldend van 04-01-2008 t/m 31-12-2008

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek;

gelet op artikel 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2008

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt per perceel per belastingjaar:

  • a.

    indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 155,04

  • b.

    indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon € 249,96

  • c.

    indien men over een extra grijze mini-container beschikt per container € 207,06

  • d.

    indien men over een extra groene mini-container beschikt per container € 49,98

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.

  • 2.

    Indien de dagtekening van de aanslag op of na 1 augustus van het kalenderjaar ­valt, wordt de derde betalingster­mijn verkort tot één maand; Indien de dagtekening van de aanslag op of na 1 september van het kalenderjaar valt, wordt tevens de tweede betalingstermijn verkort tot één maand.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschre­ven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslag­biljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid geldt dat ingeval de dagtekening van de aanslag valt op of na 1 juli van het kalenderjaar, wordt het aantal incasso termijnen bepaald op het aantal nog resterende ­volle ka­lender­maanden van het kalenderjaar plus twee.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2006”, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2005, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 21 december 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2008’.

    Aldus besloten door de raad van de gemeente Oude IJsselstreek in zijn openbare vergadering van

    17 december 2007.

    de griffier, de voorzitter,

    P.W. Bannink J.P.M. Alberse